Ouderlijk gezag
Elke moeder heeft automatisch het ouderlijk gezag. Voor de vader werkt dit iets anders. Hij heeft automatisch ouderlijk gezag wanneer hij getrouwd is met de moeder of hij een geregistreerd partner is van de moeder. Wanneer geen van beide van toepassing is, heeft hij pas het ouderlijk gezag wanneer hij het kind erkent en dit heeft laten inschrijven in het gezagsregister. Opvallend is dat voor ouderlijk gezag niet vereist is dat de vader de biologische vader is.
Voogdij
Bij samengestelde gezinnen zien we tegenwoordig ook vaak dat stiefouders gezag willen. Dat kan niet. Een kind kan maar twee ouders met gezag hebben, méér is geen optie. Een stiefouder kan wel verplichtingen hebben tegenover het kind en met de ouder gezamenlijk gezag uitoefenen. Maar bij overlijden van één van de ouders, zal in principe de andere ouder het gezag houden. Als maar één ouder gezag heeft, ligt dit anders. Deze ouder kan via een testament de stiefouder tot voogd benoemen. De andere ouder heeft dan een jaar om dit aan te vechten. Binnen dat jaar heeft hij een voorkeurspositie als ouder. Als hij het pas later aanvecht, heeft hij deze voorkeurspositie niet.